In de Middeleeuwen was het graven van putten e.d. uiteraard nog handenarbeid. Wie daarbij het diepste deel van de afgraving moest doen, had een weinig benijdenswaardige positie, aangezien hij ook nog eens alles over zich kreeg wat van de bovenste lagen naar beneden viel. Het leidde tot een uitdrukking die we tot op heden nog steeds kennen. Hoe noemde men dat diepste deel van een afgraving? We zoeken een woord van 9 letters.

Goed zo !