Het offensief begon eind januari 1968 tijdens de Vietnamoorlog en markeerde een strategisch keerpunt in het conflict. Noord-Vietnamese troepen en de Vietcong lanceerden een grootschalige aanval op meer dan 100 steden en militaire posities in Zuid-Vietnam, waaronder Saigon en Hué. Dit was bijzonder gedurfd, aangezien het samenviel met een traditioneel wapenstilstandsperiode in Vietnam.
De aanval verraste de Amerikaanse en Zuid-Vietnamese troepen, die een dergelijke offensieve actie niet hadden verwacht. Hoewel de Verenigde Staten en Zuid-Vietnam uiteindelijk de militaire overhand kregen en de steden heroverden, had de actie grote gevolgen op het thuisfront. De omvang en brutaliteit van de gevechten, evenals de beelden die de Amerikaanse media uit het conflict uitzonden, veroorzaakten een sterke afname in publieke steun voor de oorlog in de Verenigde Staten.
Deze aanval zette aan tot een heroverweging van het Amerikaanse beleid in Vietnam, droeg bij aan de publieke opinie tegen de oorlog en markeerde het begin van een geleidelijke terugtrekking van Amerikaanse troepen. Het offensief was uiteindelijk niet succesvol voor Noord-Vietnam in militaire zin, maar had een langdurig effect op de perceptie van de oorlog en de uiteindelijke besluitvorming in Washington.