De beroemde ontdekkingsreiziger uit Venetië maakte in de 13e eeuw een epische reis naar Azië en bracht Europa kennis over onbekende culturen en handelsroutes. Hij beschreef als een van de eersten in Europa het gebruik van papiergeld, steenkool en geavanceerde schepen. Zijn reisverslag, geschreven tijdens zijn gevangenschap, werd in meerdere talen vertaald en beïnvloedde latere ontdekkingsreizigers. Tijdens zijn verblijf in het Mongoolse Rijk diende hij als adviseur en gezant van de grootkhan, wat hem toegang gaf tot gebieden die voor andere Europeanen gesloten bleven. Hij reisde niet alleen over land via de Zijderoute, maar keerde terug per schip, waarbij hij exotische locaties als Sumatra en Ceylon aandeed. Zijn verhalen over rijkdommen en wonderen inspireerden latere ontdekkingsreizen, waaronder die van een beroemde navigator die in 1492 westwaarts voer. Op zijn sterfbed zou hij hebben gezegd dat hij nog niet de helft had verteld van wat hij had gezien.